- veel
- veel1{{/term}}〈bijwoord〉1 beaucoup♦voorbeelden:1 dat is veel groter • c'est beaucoup plus grandje moet niet zo veel lopen • il ne faut pas marcher autant————————veel2{{/term}}〈onbepaald voornaamwoord〉1 beaucoup (de)♦voorbeelden:1 veel geduld • beaucoup de patienceveel mensen zien • voir beaucoup de mondedat is niet veel zaaks • ce n'est pas grand-chosehet heeft er veel van dat … • il semble bien que …vind je dat niet veel? • ne trouves-tu pas que c'est beaucoup?het zijn er veel • il y en a beaucoupte veel • tropzij is hier te veel • elle est de trop icidat was haar te veel • c'en était trop pour elleveel te veel • beaucoup tropvelen met mij • beaucoup avec moi〈schertsend〉 jij hebt ook niet veel meer nodig! • ça ne va pas mieux, toi!
Deens-Russisch woordenboek. 2015.